Op zaterdag 4 mei vond de Nationale Dodenherdenking plaats bij de kapel van de Heilige Eik. Jaarlijks wordt er extra aandacht geschonken aan een van de namen die staan vermeld in de gebrandschilderde ramen in de kapel. Burgemeester Judith Keijzers-Verschelling vertelde dit jaar het verhaal van Frans Timmers uit de Beerzen. U leest het hele verhaal hieronder.

“Vandaag komen we samen op deze idyllische plek, om stil te staan bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Het is u vast niet ontgaan: tachtig jaar later zijn er her en der in de wereld opnieuw spanningen en conflicten. De gevolgen daarvan zijn ook in ons land en in onze gemeente voelbaar. De jaarlijkse dodenherdenking herinnert ons eraan hoe waardevol en kwetsbaar vrede is. 

Hier in de Kapel van de Heilige Eik bevinden zich meerdere glas-in-loodramen met daarop de namen van alle Oirschotse, Spoordonkse en Beerse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ieder jaar lichten we er één verhaal eruit. Dit jaar is dat het relaas van Frans Timmers. 

Zo vredig en stil als het hier doorgaans is rond deze kapel, zo hectisch was het binnen onze gemeente in september 1944. Op zeventien september hadden de Geallieerden vanuit België een enorme militaire operatie in gang gezet, ‘Market Garden’ genaamd, bedoeld om de brug over de Rijn bij Arnhem te veroveren en snel te kunnen doorstoten naar het hart van Duitsland. Als dat zou zijn gelukt, was de oorlog mogelijk nog in 1944 geëindigd.

Helaas, dat einddoel, die beruchte ‘brug te ver’ werd niet gehaald. Wél werden delen van Oost-Brabant bevrijd. Dat was een enorme bof voor deze regio, want voor grote delen van Nederland kwam de bevrijding pas op 5 mei 1945, ná de gruwelijke hongerwinter van 1944/1945 die zo’n 20.000 Nederlanders het leven kostte. Eindhoven was op 18 september door de Amerikanen en de Britten ontzet. Om de corridor richting Nijmegen te verstevigen werd die zo snel mogelijk uitgebreid verbreed naar het oosten, richting Helmond, en naar het westen, richting Best en Oirschot.

Dat ging maar langzaam. Veel te langzaam naar de smaak van de inwoners van Oirschot, Spoordonk en De Beerzen. Zo werden De Beerzen op 22 september bevrijd. En Oirschot en Spoordonk, zo’n zes kilometer verderop? Pas ruim een maand later, op 24 oktober! De Duitsers waren allerminst van plan zich zonder slag of stoot over te geven en streden voor iedere meter. Ze hadden zich op diverse plaatsen in Middelbeers ingegraven en bestookten de Britten met machinegeweren, antitankgeschut en zogenaamde pantservuisten, bedoeld om tanks uit te schakelen. 

Ter hoogte van de Kuikseindseweg huisnummers 15 en 18 in Middelbeers hadden de Duitsers de weg geblokkeerd. Alleen door vaart te minderen konden de Geallieerden die blokkade passeren. Dat maakte hen kwetsbaar; dat bood de in de omgeving ingegraven Duitsers de gelegenheid goed te richten. En zo geschiedde. Een Britse tank werd getroffen door twee bazooka-granaten, afgevuurd door SS’ers. Eén van de granaten trof de geschutskoepel en drong de tank binnen. De bestuurder kwam daarbij om het leven, de kanonnier werd verwond. De tank draaide om zijn as en reed vervolgens een schuur binnen. Daarop baande een tweede zich een weg langs de versperring en de opgeblazen tank, en reed dwars door de tuinen, waardoor de infanterie-eenheid uiteindelijk de opmars kon voortzetten.

Het gebeurde allemaal voor de deur van Frans en Maria Timmers. De normaal zo stille straat voor hun huis aan de Kuikseindseweg 15 was een slagveld geworden. In de schuilkelder bij hun woning wachtten ze samen met hun dochtertje Rinie, toen net een half jaar oud, de gebeurtenissen in spanning af. Op een zeker moment viel het granaatvuur stil. Frans stelde Maria voor om de schuilkelder te verlaten om te gaan kijken welke schade het granaatvuur had veroorzaakt aan hun huis. Ze waren amper de schuilkelder uit of het vuren werd hervat. Even later kregen ze de volle laag. Maria werd door een scherf getroffen in haar arm en bloedde hevig. Frans tilde haar op en droeg haar terug de schuilkelder in. 

Terwijl zij daar lagen te wachten, stelde Maria Frans voor om samen te bidden. Het viel Maria op dat Frans ineens stil bleef. Ze vroeg zich hardop af of ze er ooit nog uit zouden komen. Frans reageerde niet. Toen zag ze dat Frans dood was. Net als zij was hij waarschijnlijk door hetzelfde granaatvuur gewond geraakt. Maria en haar dochtertje Rinie overleefden het oorlogsgeweld, al werd het nog heel spannend. Terwijl ze nog in de schuilkelder zaten, werd er geschoten door de kelderdeur. De weckflessen gingen aan gruzelementen. Opeens vloog de deur open. In de deuropening stonden Britse soldaten met hun geweren in aanslag. Ze zagen wat er gebeurd was en brachten Maria en haar dochter naar de overburen: de familie Vennix aan de Kuikseindseweg 18.

Frans Timmers, beste mensen, was een broer van mensen die sommigen van u mogelijk nog gekend hebben: ‘meester’ Toon Timmers, schilder Harrie Timmers en schoenmaker Janus Timmers. Zomaar een man uit zomaar een dorp, die de pech had op het verkeerde moment op de verkeerde plek te zijn. Daardoor werd zijn jonge vrouw weduwe en heeft zijn dochtertje haar vader nooit echt gekend. 

Het relaas van Frans Timmers en alle andere oorlogsslachtoffers, beste mensen, drukt ons andermaal met de neus op de harde feiten: vrede is nooit vanzelfsprekend en moet soms bevochten worden. Liefst met woorden, maar als het moet met geweld. We kunnen niet wegkijken en hopen dat het vanzelf goed komt. We zullen onszelf moeten kunnen beschermen en dat vergt offers. 

Vandaag zijn we stil en herdenken we met elkaar Frans Timmers en alle andere slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van conflicten en vredesmissies nadien. Dat blijven we doen. Samen. Omdat we niet mogen vergeten.”